Over mij

Volgeling van Jesjoea de Koning der Koningen
Ik ben Johannes Spronk. Ik ben een volgeling van Jesjoea (ook bekend als Jezus). Mijn identiteit wordt fundamenteel gevonden in Hem. Hij geeft waarde en doel aan mijn leven. Hij heeft de code (DNA) van mijn leven geschreven. Ik ben, wat ik ben, door de grote Ik Ben. JeHoVaH is Zijn Naam. Ik geloof dat Hij de Schepper is van hemel en aarde. Hij is God! Ik ben gemaakt in Zijn evenbeeld. Hij is de schepper en ik ben zijn schepsel. Hij is God en ik ben mens. Ik ben een mens die kennis heeft van goed en kwaad. Ik geloof in rechtvaardigheid. Ik geloof dat onrecht veroordeeld dient te worden.

“Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.”

1 Johannes 4:19

De Vader heeft mij lief
Ik heb een Vader die mij liefheeft. Hij is de rechtvaardige Rechter. Hij is heilig en goed en dat in absolute zin! In Zijn liefde voor mij (Zijn schepping) heeft Hij mij Zijn leefinstructies bekend gemaakt in de Bijbel. In samengevatte vorm, vind ik die in de tien geboden. In nog compactere vorm luidt Zijn goede wil voor mijn leven: Heb God lief met alles wat in je is en je naaste als jezelf. Het doen van Zijn geboden is goed en het niet doen van zijn geboden is kwaad. Hij is immers het ijkpunt van goed. God is goed, God is liefde!

“Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg.”

Jesaja 53:6

Ik ging echter mijn eigen weg…
In eigen wijsheid heb ik geleefd. Ik weet dat ik goed heb gedaan en ik weet dat ik kwaad heb gedaan. Ik ben verantwoordelijk voor mijn daden. Het kwaad dat ik heb gedaan, verdient veroordeling. Dat is rechtvaardig en juist. Ik ben gemaakt om goed te doen. Het goede echter dat ik heb gedaan heft mijn kwaad niet op, het neemt de veroordeling die ik rechtvaardig verdien niet weg. Met mijn kwaad heb ik schade toegebracht aan mijzelf, anderen en Zijn schepping. De schade waarvoor ik schuldig ben, vraagt om volledige compensatie. Echter, ik sta failliet wat betreft het dragen van mijn rechtvaardige veroordeling. Iedere door mij uitgevoerde daad, is immers nooit meer ongedaan te maken. Wat gebeurd is, is gebeurd! Uiteindelijk is alles wat ik heb mijn eigen leven. Dat is dus het enige dat van mijn geëist kan worden. En eens zal ik sterven en wordt dat leven inderdaad rechtvaardig van mij geëist door de rechtvaardige Rechter. Ik zal eens voor de rechterstoel van Jesjoea moeten verschijnen. En huiveringwekkend vooruitzicht. Immers, ik heb niets om mijn schuld mee te betalen. Wat rest is een eeuwig oordeel. En dat is goed en rechtvaardig. Op eigen kracht valt niet te ontsnappen.

Ik ben echter vrijgekocht niet door…
eigen werken en niet uit eigen middelen, niet met eigen leven. Nee, Jesjoea stond op van Zijn rechterstoel. Ik stond veroordeeld, maar Hij daalde af en betaalde de schuld, droeg de straf die mij rechtmatig toekwam. Werkelijk God is Liefde! Ik ben nu overgegaan van die duistere plek van eeuwige veroordeling naar een plek van eeuwige verlossing. Ik ben vrij! Ik ben dankbaar! Ik ben een kind van God, want ik heb het leven van Jesjoea aangenomen als betaling voor mijn schuld. En met mijn kindschap ben ik nu ook erfgenaam geworden. Erfgenaam van eeuwige leven. Immers, Jesjoea overwon de dood. Hij stond op uit de dood. Ik erf dat eeuwige leven, want het is zo vader, zo zoon. Eens komt die dag dat Hij terugkomt en dan is er de opstanding uit de doden voor ieder die Hem als losprijs heeft aangenomen. De liefde zal blijven groeien. Immers, de belofte is dat de relatie met God intiemer dan ooit zal zijn. Het zal een huwelijk worden tussen de Bruidegom en Zijn Bruid. Ik ben onderdeel van Zijn aanstaande Bruid.

“Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken. Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten.”

Titus 2:14-15

“Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig,  niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden,  maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jesjoea de Messias, onze Zaligmaker, opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, erfgenamen zouden worden, overeenkomstig de hoop van het eeuwige leven.”

Titus 3:4-7

Dus wie ben ik…?
Ik ben een vrijgekochte misdadiger. Ik erkende schuld en ik trad af! Het Koningschap van mijn ik heb ik neergelegd. Jesjoea is de Koning op de troon van mijn hart. De Koning die ik verwacht, naar Wie mijn verlangen uitgaat. Ik ben immers nu Zijn kind en onderdeel van de bruid tot in alle eeuwigheid. Wauw wat ben ik onverdiend hersteld. Wauw wat is Zijn onvoorwaardelijke liefde groot. Ik doorgrond het niet. Ik kan het niet peilen en op Zijn juiste waarde schatten. Zijn Wil geschiedde in mijn leven. Het is immers, nu van Hem. Hij heeft het gekocht en betaald. Dit is een liefdesverhaal ongeëvenaard en maar één keer geschreven. Je vind het in de bijbel. Dus leesjebijbel.nu

Kom! Zegt God. Zoek Mij en Leef! Alsjeblieft wijs Hem niet af! Hij is je enige Hoop! Hij is Genade in ultieme vorm. Hij is rechtvaardig. Weet wie je bent en weet Wie Hij is!

“En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is. Zo kennen wij vanaf nu niemand naar het vlees; en al hebben wij de Messias naar het vlees gekend, dan kennen wij Hem nu zo niet meer. Daarom, als iemand in de Messias is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jesjoea de Messias, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in de Messias de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. Wij zijn dan gezanten namens de Messias, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens de Messias smeken wij: laat u met God verzoenen.”

2 KORINTHE 5:14-20

En verder…?

Ik ben een trotse vader van twee geweldige zonen en een lieve schoondochter. Ik ben een gescheiden man. Ik ben een kind van liefdevolle ouders. Ik ben een broer van twee fijne zussen en een fijne broer. Ik ben opgenomen in de grootste familie ooit, de gemeenschap van gelovigen. Ik ben een evangelist. Ik ben vriend van velen. Wat ben ik rijk gezegend.

Ik ken pijn, verdriet, drift, boosheid en ik ken liefde, herstel en vreugde. Ik ben enthousiast, analytisch en houd van een goed gesprek, intellectuele discussie. Ik houd van apologetiek en ik hou van mensen.

Maar echt weten wie ik ben, kan door me te ontmoeten. En zo werkt dat ook bij God. Ontmoet Hem in de bijbel. Bidt, open de deur van je hart. Vraag Hem om een ontmoeting. Zoek Hem en Leef!

De twee teksten hieronder zijn mij zeer dierbaar en beleef ik als een roeping. De reden dat ik er ben!

“…Overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde...”

Kolossenzen 1:9-14

“Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken 
dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk 
vrucht draagt en groeit in de kennis van God, zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God, terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.”
Kolossenzen 1:9-14

“…Doe het werk van een evangelist....”

2 TimotheÜs 4:1-5

“Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jesjoea de Messias, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.”
2 TimotheÜs 4:1-5